Oorhoorn, oortrompetten, hoortrompetten… De voorlopen van de moderne hoortoestellen zijn bekend onder verschillende namen. Een oorhoorn is een passief luisterapparaat. In plaats van geluiden op te vangen met een microfoon en die te versterken, werkt het door geluidsenergie over een groter oppervlak op te vangen en te geleiden naar de nauwe gehoorgang. Het heeft geen batterij nodig. Bovendien kan je de oorhoorn bewegen naar de spreker, of juist van het lawaai af.
Op het Audiologisch Centrum van het Erasmus MC werden onlangs een paar oorhoorns gedoneerd. Dat gaf ons de mogelijkheid eens uit te zoeken voor wie een oorhoorn een geschikt hulpmiddel zou zijn. We wilden twee dingen weten:
- Hoeveel versterking kan de oorhoorn geven, en voor welk gehoorverlies is dit geschikt?
- Wat is het directionele effect van draaien van de microfoon?
Testopstelling
Omdat Jasper en Annabel geen handen hadden, en eigenlijk maar een hele korte nek, hebben we onze oude Alex nog eens gepakt. We plaatsen een luidspreker op zo’n 75 cm afstand van Alex om een intiem gesprek na te bootsen. Omdat de oorhoorn boven het hoofd uitstak, plaatsten we de luidspreker ook op een verhoging. Om te kunnen controleren voor het verschil in afstand tussen het oor van Alex en de oorhoorn, plaatsten we een referentiemicrofoon op die twee plaatsen. De oorhoorn kan gedraaid worden naar voren en naar achteren.
Als testsignaal wilden we spraak gebruiken. Voor hoortoestellen gebruiken we het ISTS-signaal, in plaats van ruis. Wanneer je ruis gebruikt kan het hoortoestel “beslissen” dat het geen nuttig geluid is, en de ruisonderdrukker aanzetten of de directionaliteit aanpassen. Door te meten met het ISTS-signaal voorkom je dat. Het nadeel is dat je lang genoeg moet meten. Omdat een oorhoorn geen geavanceerde algoritmes heeft, gebruikten we nu spraakruis op 65 dB SPL.
De effectieve versterking van spraak
We deden twee metingen: een unaided response zonder oorhoorn en een aided response met. Een goede afsluiting van de gehoorgang blijkt erg belangrijk, dus met kneedgom zorgen we er voor dat de oorhoorn goed aansluit.
De versterking van de oorhoorn is aanzienlijk! Zeker 20 dB op een aantal frequenties. Hiermee kan een licht gehoorverlies zeker gecompenseerd worden.
Welk gehoorverlies past er nu goed bij deze oorhoorn? We zochten een gehoorverlies waarbij de doelcurve volgens NAL-NL2 goed overeenkwam met de aided response van de oorhoorn. En hier kwam we op uit:
Een perceptief verlies in de lage en middentonen tot 50 dB HL!
Directionaliteit in de oorhoorn
Verstaan in een rumoerige omgeving is de grootste klacht van alle hoortoestelgebruikers. Moderne hoortoestellen gebruiken geavanceerde algoritmes om de gevoeligheid voor geluiden uit verschillende richtingen aan te passen. Komt er spraak van voren en lawaai van achteren? Dan probeert het toestel de richtingsgevoeligheid aan te passen zodat er meer geluid van voren wordt versterkt dan van achteren.
Een oorhoorn heeft deze functionaliteit ook. De hoorn is draaibaar, zodat het geluiden een een bepaalde richting beter opvangt, en de andere geluiden dempt. In onderstaande afbeelding zie je het directioneel effect hiervan:
De dunne (bovenste) lijn is de aided response die we hiervoor al zagen. De dikke (onderste) lijn is de aided response met de hoorn naar achteren gedraaid. Je ziet dat spraak van voren nu gedempt wordt met zeker 10 dB.
Wil je weten hoe de oorhoorn zich vergelijkt met moderne hoortoestellen? Neem deel aan onze training “Altijd een REMedie!“
Bedenkingen bij dit resultaat
Het is verleidelijk om de oorhoorn te vergelijken met een hoortoestel. Maar omdat een oorhoorn zuiver passief is varieert de effectieve versterking erg veel, afhankelijk van afstand tot de spreker, hoek waaronder de hoorn gedraaid is, de afsluiting van de gehoorgang, etc. Een oorhoorn gebruik je ook enkel bij gesprekken, tenzij je zo over straat wilt gaan: